Goed beschermd aan het werk

Als preventiemedewerker draag je zorg voor een veilige en gezonde werkomgeving. Je bent op de hoogte van de veiligheidsrisico’s in je werkomgeving en van de maatregelen tegen die risico’s. Dit betekent dat je ook moet weten of jij en je collega’s gebruik moeten maken van persoonlijke beschermingsmiddelen.

Jouw taken
Als preventiemedewerker moet je ervoor zorgen dat de noodzakelijke persoonlijke beschermingsmiddelen in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) staan. Houd er rekening mee dat je werkgever de persoonlijke beschermingsmiddelen gratis beschikbaar moet stellen. De kans bestaat bovendien dat jij verantwoordelijk bent voor het geven van goede voorlichting en instructies over het gebruik en onderhoud van de beschermingsmiddelen.

Een boete voorkomen
Uiteraard is het ook zaak dat je in de gaten houdt of iedereen de persoonlijke beschermingsmiddelen ook echt gebruikt. Constateert de Inspectie SZW namelijk dat de wettelijk voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen niet worden gebruikt, dan kan naast de werkgever ook de werknemer in overtreding zijn. De werknemer kan hiervoor zelfs een maximale boete van € 450 krijgen.

Hoe zorg je ervoor dat iedereen gebruikmaakt van persoonlijke beschermingsmiddelen?
Om ervoor te zorgen dat iedereen ook echt gebruikmaakt van de persoonlijke beschermingsmiddelen, kun je je werkgever vragen om deze verplichting – inclusief eventuele sancties bij het niet naleven ervan – vast te leggen in de huisregels of het personeelsreglement. Maakt een werknemer bij herhaling geen gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen, dan kan je werkgever deze werknemer een (beperkte) boete opleggen, schorsen en in het uiterste geval ontslaan. Belangrijk is dat je werkgever in dat geval beschikt over een schriftelijke sanctiebeleid. De sancties voor het niet gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen moeten dus op papier staan.

Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn er in veel soorten en maten. Ze beschermen jou en je collega’s tegen verschillende soorten risico’s:

  • Ademhalingsbescherming biedt bescherming tegen gevaarlijke stoffen in de lucht.
  • Beschermende kleding is werkkleding met extra bescherming, zoals thermische isolatie, zichtbaarheid, bescherming tegen infrarood- en ultravioletstraling of vervuiling.
  • Gehoorbescherming voorkomt lawaaislechthorendheid en lawaaidoofheid.
  • Gelaatsbescherming biedt bescherming van het gehele gezicht.
  • Handbescherming, zoals veiligheidshandschoenen, beschermen tegen splinters, scherpe randen, gevaarlijke stoffen en snijden.
  • Hoofdbescherming – denk aan veiligheidshelmen – beschermen tegen stoten en vallende voorwerpen.
  • Oogbescherming, zoals veiligheidsbrillen, beschermt werknemers tegen splinters, spatten en/of straling.
  • Valbeveiliging biedt bescherming tegen vallen en is verplicht bij werkzaamheden vanaf 2,5 meter hoogte.
  • Voetbescherming (veiligheidsschoenen) beschermt tegen beknellingen, vallende en scherpe voorwerpen en gevaarlijke stoffen.

Drie categorieën
Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn in drie categorieën ingedeeld:

  • Categorie 1: persoonlijke beschermingsmiddelen tegen lage risico's. Dit zijn middelen die iedereen kan gebruiken. Werknemers hoeven dus niet te weten hoe het beschermingsmiddel werkt. Denk hierbij aan een zonnebril, regenkleding en eenvoudige tuinhandschoenen. Als deze beschermingsmiddelen niet of niet goed werken, kan gering en oppervlakkig letsel optreden. Belangrijk om te weten is dat de fabrikant van het beschermingsmiddel verplicht is om van elk product een technisch dossier – met hierin onder meer veiligheids- en gezondheidsvoorschriften en een gebruiksaanwijzing – op te stellen en dit tot ten minste tien jaar na de productiedatum te bewaren. Dit technisch dossier is opvraagbaar bij de fabrikant. Uiteraard moet de fabrikant de gebruiksaanwijzing meesturen met het beschermingsmiddel.
  • Categorie 2: persoonlijke beschermingsmiddelen tegen middelhoge risico's. Hierbij gaat het om middelen die niet onder categorie 1 vallen en waarbij de fabrikant ervoor moet zorgen dat de middelen voldoen aan de bepalingen volgens de EG-richtlijn 89/686/EEG. De fabrikant is ook bij dit type beschermingsmiddelen verantwoordelijk voor het opstellen van het technisch dossier. Ook moet hij zorgen voor een typekeur. Dit betekent dat een erkend keuringsinstituut moet hebben vastgesteld dat het product voldoet aan de gestelde eisen. De meeste persoonlijke beschermingsmiddelen vallen onder categorie 2. Voorbeelden zijn veiligheidsbrillen en veiligheidshelmen.
  • Categorie 3: persoonlijke beschermingsmiddelen tegen hoge risico's. Dit zijn complexe middelen waaraan naast de gestelde voorwaarden uit categorie 2 extra eisen worden gesteld. Zo moeten deze middelen geproduceerd zijn onder een door de EG erkend kwaliteitsborgingssysteem. Een voorbeeld van een persoonlijk beschermingsmiddel uit categorie 3 is een harnasgordel.

Als een werkplek, gereedschap, een machine of rijdend materieel gevaar voor de gezondheid of de veiligheid kunnen opleveren, moet dit met veiligheidsborden worden aangegeven. Belangrijk is dat zo’n veiligheidsbord in één oogopslag duidelijk maakt welk gevaar er precies dreigt, wat verboden is of juist verplicht. Ook is het zaak dat er op de werkplek veiligheidsborden aanwezig zijn die aangeven welke persoonlijke beschermingsmiddelen verplicht zijn. Je collega’s moeten bijvoorbeeld op zo’n bord kunnen zien of ze veiligheidshandschoenen moeten aantrekken of een veiligheidshelm moeten opzetten.

Zo zorg je voor veiligheidsborden die werken!

  • Plaats de borden op een goed verlichte, gemakkelijk toegankelijke en zichtbare plaats.
  • Hanteer als richtlijn dat de borden worden opgehangen bij de toegang tot de zone waar een risico bestaat, of in de onmiddellijke nabijheid van een bepaald risico.
  • Belangrijk is dat de veiligheidsborden voldoen aan de minimale eisen uit hoofdstuk 8 van de Arboregeling. Een uitgebreide opsomming van alle veiligheidsborden staat in bijlage XVIII van diezelfde Arboregeling.

Hoewel je werkgever de kosten van de persoonlijke beschermingsmiddelen voor zijn rekening neemt, is de keuze voor persoonlijke beschermingsmiddelen een gezamenlijke taak van werkgever én werknemer. Als preventiemedewerker speel jij hierbij een belangrijke rol. Zo kun je bij collega’s navragen wat hun ervaringen zijn met bepaalde persoonlijke beschermingsmiddelen. En ook je eigen kennis en ervaring spelen natuurlijk een rol. Zo kom je samen tot het beschermingsmiddel dat het beste bij het risico past.

Bespaar geld met persoonlijke beschermingsmiddelen
Doet je werkgever moeilijk over de aanschaf en de kosten van persoonlijke beschermingsmiddelen? Maak hem dan duidelijk dat persoonlijke beschermingsmiddelen niet alleen een kostenpost zijn: een veilige werkplek met medewerkers die voldoende beschermd zijn, scheelt ongevallen en ziekteverzuim. Dat levert je werkgever uiteindelijk dus ook weer geld op.

 

Zelf een steentje bijdragen
Om de kosten voor je werkgever zo laag mogelijk te houden, is het belangrijk dat de persoonlijke beschermingsmiddelen goed worden onderhouden en goed worden gebruikt. Dit bevordert de levensduur en de effectiviteit. Als preventiemedewerker kun je hier je steentje aan bijdragen door te zorgen voor:

  • voorlichting en duidelijke instructies over het gebruik van het beschermingsmiddel;
  • trainingen te geven aan collega’s;
  • toezicht te houden op het gebruik; 
  • te zorgen voor regelmatig onderhoud; hierbij mag je van je collega’s verlangen dat ze het onderhoud (deels) zelf uitvoeren.

Werken aan de weg brengt bepaalde risico’s – zoals aanrijdingen – met zich mee. Belangrijk is dat wegwerkers vooraf weten welke risico’s ze lopen. Ook als preventiemedewerker moet je op de hoogte zijn van deze risico’s. Op die manier kun je passende veiligheidsmaatregelen nemen en ervoor zorgen dat wegwerkers met de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen op pad gaan. Let erop dat je niet alleen de wegwerkers informeert over de risico’s, maar ook andere collega’s. Uit onderzoek blijkt namelijk dat bij veertien van de zestien aanrijdingen auto’s van collega’s betrokken zijn.

Risico’s beoordelen
Als preventiemedewerker moet je bij het vaststellen van de veiligheidsmaatregelen en persoonlijke beschermingsmiddelen voor wegwerkers een aantal risico’s beoordelen. Denk daarbij aan:

  • de afstand tussen het werk en het verkeer: hoe groter de afstand, des te minder voorzieningen nodig zijn;
  • de snelheid van het langs rijdende verkeer;
  • de duur van het werk;
  • het type weg;
  • bepaling van autowerk of direct aan de weg werk;
  • alleen werken;
  • het gehoor van de wegwerkers: als iemand een gehoorbeschadiging heeft, ontstaat het risico dat hij een rijdend voertuig niet op tijd hoort aankomen.

Maatregelen bij wegwerkzaamheden
Houd je bij het nemen van maatregelen bij wegwerkzaamheden aan de volgende maatregelen:

  • Bij werk aan de weg geldt bijna altijd een snelheidsbeperking. 
  • Soms kun je volstaan met voorzieningen, zoals een afzetting met verkeersborden of een rijdende afzetting.
  • De borden en materialen moeten goed onderhouden zijn en stevig staan. 
  • Voor werken in het donker of bij regen is extra verlichting vereist. 
  • Alle wegwerkers moeten reflecterende en waarschuwende kleding dragen. Deze moet voldoen aan de voorschriften uit de norm NEN-EN 471. De leverancier van dit soort kleding moet op de hoogte zijn van deze voorschriften.